Veel engineers denken dat CAD-kwaliteit gaat over features: fillets, lofts, mates, sketches. Maar in werkelijkheid bepaalt de referentie-architectuur — hoe een model is opgebouwd en waarop het steunt — of een ontwerp robuust is of breekt bij elke wijziging.

Een feature kan correct zijn, maar gebaseerd zijn op een fragiele referentie. En dan wordt een ogenschijnlijk klein ontwerpwijziging ineens een cascade van errors en rebuild-fouten.

Een sterk model begint met structuur, niet vorm

Denk in lagen en intentie:

  • globale referentie-vlakken en assen
  • functionele datumstructuren
  • symmetrie-logica (waar relevant)
  • master sketches voor proporties
  • modulaire featuregroepen

Dit is niet “extra werk”. Dit bespaart fouten, tijd en frustratie — vooral bij revisies, varianten en latere engineers die jouw werk moeten begrijpen.

De vraag is niet “past het nu?” maar “blijft het stabiel?”

Een engineer met ervaring ontwerpt nooit alleen voor vandaag. Hij ontwerpt voor:

  • aanpassingen die nog komen
  • varianten en nieuwe maten
  • documentatie en overdracht
  • productie-feedback die later binnenkomt

CAD is geen tekeningstool. Het is een modelleer- en denksysteem. Wie dat begrijpt, bouwt structuren die schaalbaar zijn.

Goede CAD is niet slim. Het is rustig, logisch en duurzaam.